Belastingcontrole over auteursrechten

23/03/21 De afgelopen jaren voelden steeds meer bedrijfsleiders zich geroepen om het fiscaal gunstregime van auteursrechten toe te passen.  Intussen dienen zich hierover de eerste fiscale controles aan en is het dus tijd om de aandachtspunten nog is te overlopen.

Waarom is de uitkering van auteursrechten zo interessant

Auteursrechten tot 62.550 €/jaar (inkomstenjaar 2021) worden behandeld als “roerende” inkomsten, ook al houden ze verband met je beroepswerkzaamheid. Deze “roerende” inkomsten worden slechts belast aan een roerende voorheffing van 15%, en dit na de toepassing van een kostenforfait. Het kostenforfait bedraagt 50% op de vergoeding voor auteursrechten tot 16.680 €/jaar, 25% op de inkomstenschijf van 16.681 € tot 33.360 €/jaar en 15% voor het inkomen vanaf 33.360 €/jaar.  Volgens het strengere standpunt van de minister is er in die laatste schijf geen forfaitaire kost aftrekbaar.

Op auteursrechten van bv. 10.000 € betaal je bijgevolg slechts 15% roerende voorheffing op een netto inkomen van 5.000 € (10.000 € inkomen min 50% forfaitaire kosten), dus 750 € roerende voorheffing. Bijgevolg een effectieve belastingdruk van slechts 7,5%, duidelijk een stuk voordeliger dan de klassieke bezoldiging of ons vertrouwd dividend.  

Aandachtspunten bij een fiscale controle over auteursrechten

Door het zeer lage belastingtarief op uitgekeerde auteursrechten is de kans op oneigenlijk gebruik natuurlijk groot. De fiscus kijkt dan ook argwanend toe en voert gerichte controles uit. In principe ligt de bewijslast bij de fiscus om aan te tonen dat de door de belastingplichtige aangegeven vergoedingen geen auteursrechten zijn. Door bv. te bewijzen dat er geen overdracht of concessie van deze rechten plaatsvond, dat er geen verband is tussen de overdracht en de vergoeding, of het wel degelijk geen roerende inkomsten maar een beroepsinkomen betreft (omdat bv. louter de prestaties werden vergoed en het auteursrecht zelf niet werd overgedragen), enz.

Eerste punt van controle is het nazicht of de overdracht van de auteursrechten wel een beschermd werk betreffen. Helaas is er hierover geen duidelijke wettelijke definitie. Om beschermd te zijn moet het werk origineel zijn en uitgedrukt zijn in een concrete vorm (een louter concept is onvoldoende, het moet zintuiglijk waarneembaar zijn). Het moet een eigen intellectuele schepping/inspanning van de maker zijn, die de persoonlijke vrije en creatieve keuzes van de auteur weergeeft.  De originaliteit vloeit voort uit de vorm en configuratie, niet uit het idee, de inhoud, de procedure (dus ideeën, stijlen, concepten zijn niet beschermd). Voorbeelden van beschermde werken zijn boeken, voordrachten, toneelwerken, kunst, tekeningen, enz. Maar bv. ook software en, volgens de rulingcommissie, het voorbereidend werk en consultancy van deze software, geniet bescherming en wordt gelijkgesteld met een werk van letterkunde of kunst.  Het begrip auteursrechten moet dus ruim worden bekeken.  En hoewel je steeds melding mag maken van het bestaan van deze rechten (bv. door de melding “werk is auteursrechtelijk beschermd”), is er voor de erkenning van deze rechten in principe geen aparte registratie nodig.  De bescherming ontstaat automatisch door de creatie van het origineel werk. Er zijn wel uitzonderingen die nooit onder het regime van auteursrechten kunnen vallen : eenvoudige nieuwsfeiten, officiële akten van de overheid, recepten, parfums, sportieve evenementen,….

De fiscus zal het werk beoordelen in functie van beroepsactiviteit van de belastingplichtige. Kijken of er offertes of facturen zijn waarin het beschermd werk wordt vermeld en dus bestaat.  De originaliteit wordt ingeschat op basis van rechtspraak, rulings, circulaires of, in de praktijk, op basis van de persoonlijke appreciatie van de controleur. Het gevaar bestaat dat de controleur zich beperkt tot een inschatting van het behandelde onderwerp, wat voor hem/haar misschien te banaal is. Auteursrechten slaan echter niet op de inhoud, maar de vorm (creatieve keuzes van de auteur).

Eens het bestaan van een beschermd werk werd vastgesteld, zal de controleur de overeenkomst tot overdracht van de auteursrechten nakijken. Want om een vergoeding te kunnen krijgen moet er niet alleen een beschermd werk gecreëerd zijn, het auteursrecht hierover moet ook worden overgedragen (of in concessie, licentie, worden gegeven) aan een andere persoon/onderneming die het beschermde werk gaat exploiteren (door bv. een boek van de auteur gaan uit te geven). Bij gebrek aan exploitatie (omzet) zal de controleur al snel besluiten dat er sprake is van fiscaal misbruik.  Noot: als de inkomsten van deze exploitatie over verschillende boekjaren zijn gespreid, dan is de aankoop van auteursrechten voor de overnemer geen kost, maar een te spreiden investering.

De fiscaal controleur zal dus eventueel willen aantonen dat er geen werkelijke overdracht van de vermogensrechten heeft plaatsgevonden. Het is dus niet alleen belangrijk dat deze overdracht is opgenomen in een overeenkomst (hoewel strikt genomen een contract op zich niet verplicht is), maar dat deze overdracht ook blijkt uit de feiten (doordat bv. de auteur zijn rechten niet langer zelf exploiteert) waarbij de afgesproken modaliteiten van de overeenkomst strikt worden uitgevoerd.  Bij voorkeur zal een overeenkomst minstens de vergoeding, de omvang en de duur van de overdracht vermelden. 

De fiscus zal nakijken of deze vergoeding wel degelijk slaat op de overdracht van de auteursrechten en bv. niet op de vergoeding voor de geleverde diensten, die desgevallend apart moeten worden vergoed (en onderworpen zijn aan de progressieve tarieven van de personenbelasting en aan de tarieven sociale bijdragen).   Zo mogen auteursrechten nooit worden uitgekeerd ter vervanging van een bestaande verloning (van bv. de bedrijfsleider).  Wat betreft de te betalen prijs voor deze overdracht is er een zekere contractuele vrijheid, maar moet de vergoeding wel in lijn liggen van de marktprijs. Hiervoor kan bv. worden gekeken naar de te verwachten exploitatiemogelijkheden van de verwerver (bv. een percentage van de omzet). In sommige sectoren zijn er al heel wat rulings verschenen en kunnen deze, bij gebrek aan een wettelijk kader, worden gebruikt als leidraad. Daar auteursrechten niet slaan op de prestaties van de auteur, kan er voor de prijszetting niet worden gekeken naar de tijdsinvestering die de auteur heeft verricht in de creatie van het werk. 

Zijn bovenstaande puntjes allemaal in orde zal de fiscus nog de berekeningswijze van de auteursrechten, de berekening van het kostenforfait, de doorstorting van de roerende voorheffing en de opmaak van de toepasselijke fiscale fiches nakijken. Bovendien zal de controleur nakijken of de betrokken bedrijfsleider een minimumbezoldiging van 45.000 € heeft genomen. Bedraagt de bezoldiging minder, dan kan de vergoeding auteursrechten worden beperkt tot 5% van de betrokken omzet. Ook zal de controleur nakijken of de vennootschap van waaruit de auteursrechten worden uitgekeerd nog voldoende winst maakt, zo mag de auteursvergoeding voor de bedrijfsleider niet meer bedragen dan 50% van het resultaat van het boekjaar voor belastingen voor aanrekening van deze vergoeding.  Tenslotte mag de vergoeding uitgekeerd aan één persoon (bv. de bedrijfsleider) maximaal het dubbel zijn van het gemiddeld auteursrecht dat aan de andere auteurs binnen de vennootschap wordt uitgekeerd (bv. aan werknemers).

Zoals blijkt uit bovenstaand artikel is de opvolging van een fiscale controle over auteursrechten een complexe materie, met vaak ruimte tot discussie, en is de bijstand van een gespecialiseerd juridisch expert soms wenselijk. Voorkom problemen bij controle en laat je voorafgaandelijk bijstaan wanneer je auteursrechten wenst uit te keren.

Meer tips & tricks ?

Lees meer

Als erkend accountantskantoor begeleidt Alteor de start van uw onderneming en zorgen we voor de verdere begeleiding bij de groei van uw activiteiten. 

Kwaliteit en professionaliteit krijgen een centrale plaats binnen onze dienstverlening. 

Op deze Actua pagina houden we je op de hoogte van fiscale topics, interessante weetjes, en nog veel meer.

Welkom bij Alteor !


Andere actua berichten

Dividenden aan 15%, de vvpr-bis toepassen of een liquidatiereserve aanleggen?

17/03/23 Over een dividend uit je vennootschap betaal je in principe 30% roerende voorheffing. Dit kan soms aan een lager tarief, waarbij we voor oudere vennootschappen vaak het systeem van de liquidatiereserve toepassen en bij jongere vennootschappen de vvpr-bis regeling. De verschillen in een notedop.

Lees meer

Langere controletermijn bij laattijdige btw aangiften

15/03/23 In principe kan je btw controleur 3 jaar teruggaan voor het nakijken van je btw aangifte.  Dien je een btw aangifte laattijdig in, dan wordt deze controle termijn, voor aangiften vanaf 2023, verlengd tot 4 jaar.

Lees meer

De winstpremie

10/03/22 Je kan je werknemers via een “winstpremie” een deel van de winst van de vennootschap toekennen als bonus. Door de relatief eenvoudige vormvoorwaarden is deze maatregel een waardig alternatief voor de “niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen”

Lees meer