Studentenarbeid
03/07/24 De belangrijkste principes van studentenarbeid kort opgesomd.
Wie
Je bent een jobstudent als je een studentencontract afsluit met de werkgever. Hiervoor moet je minstens 16 jaar oud zijn. Of 15 jaar en de eerste twee studiejaren van het middelbaar gevolgd hebben. En natuurlijk moet studeren je hoofdactiviteit zijn. Als je bv. na je dagtaak nog avondschool volgt kom je niet in aanmerking voor het statuut van studentenarbeid.
Sociale zekerheid
Studentenarbeid is financieel voordelig voor zowel de student als voor de werkgever. Gedurende de eerste 600 uren studentenarbeid (plafond in 2024) genieten zowel de student als de werkgever een Rsz-voordeeltarief. Er is enkel een solidariteitsbijdrage verschuldigd en die is een stuk lager dan de gewone sociale zekerheidsbijdragen. Deze verminderde RSZ-bijdrage bedraagt 8,13% en bestaat uit 5,42% voor rekening van de werkgever en 2,71% voor rekening van de student.
Fiscaliteit
Voor de eerste 600 uren studentenarbeid is geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Om definitief geen belastingen te betalen mag je inkomen als student op jaarbasis niet hoger liggen dan 14.514,29 € (na afhouding sociale bijdragen).
Student@work
Een student kan het aantal resterende uren van het jaarlijks krediet van 600 uren raadplegen via de app “student@work”. Als werkgever hebt je echter geen toegang tot deze tool. Je kan het aantal resterende uren wel controleren aan de hand van een attest dat de student moet opvragen. Het gaat dan wel om een momentopname.
Wordt het plafond overschreden (vanaf het 601ste uur), dan zijn er gewone sociale zekerheidsbijdragen en bedrijfsvoorheffing verschuldigd. Zowel voor u als werkgever als voor de student heeft dat dus belangrijke gevolgen.
Verplichtingen als werkgever
Als werkgever moet je een aantal verplichtingen naleven om van de financiële voordelen gebruik te kunnen maken.
1. Een student moet tewerkgesteld worden met een schriftelijke studentenovereenkomst. Zo’n studentenovereenkomst is een type arbeidsovereenkomst die bijkomende bescherming biedt aan de student. Ze moet verplicht een aantal zaken vermelden en kan voor maximaal 12 ononderbroken maanden afgesloten worden.
2. Per kwartaal moet voor de tewerkstelling van een student een Dimona STU-aangifte gebeuren. Dat moet ten laatste de dag waarop de student het werk aanvat in orde zijn. Het is belangrijk dat deze Dimona-aangifte tijdig gebeurt. Bij een laattijdige aangifte kunnen de financiële voordelen niet gebruikt worden.
3. Tijdens de periodes dat studenten verplicht aanwezig moeten zijn op school mag je hen niet tewerkstellen.
Kinderbijslag en fiscaal ten laste
Ook als ouder van een werkende student is het belangrijk om de impact op de sociale zekerheidsrechten te kennen. Er moeten bepaalde grenzen gerespecteerd worden om te vermijden dat een student zijn of haar recht op kinderbijslag zou verliezen en niet langer fiscaal ten laste is van de ouders.
Groeipakket (kinderbijslag)
In principe heeft een student recht op kinderbijslag zolang hij of zij studeert en dat tot 25 jaar.
- Een student mag voor de kwartalen 1, 2 en 4 niet meer dan 240 uur per kwartaal werken. Bij overschrijding van die drempel verliest de student het recht op kinderbijslag.
- In kwartaal 3 (de zomer) mag de student onbeperkt werken zonder het recht op kinderbijslag te verliezen. Een uitzondering daarop is het jaar waarin de student afstudeert. In dat geval geldt ook voor het 3de kwartaal de grens van 240 uren.
Fiscaal ten laste
Een student blijft fiscaal ten laste van zijn of haar ouders voor zover:
- De student deel uitmaakt van het gezin op 1 januari van het jaar volgend op het inkomstenjaar
- De student geen lonen ontvangt die beroepskosten zijn voor de ouders
- Het netto belastbare jaarinkomen van de student niet meer bedraagt dan 7.290 euro.
Voor inkomstenjaar 2024 wordt een eerste inkomstenschijf van 3.310 euro vrijgesteld van de beoordeling of de student ten laste is. Van de overgebleven som mogen de werkelijke of forfaitaire (20%) kosten in aftrek worden genomen.
Meer tips & tricks?
Lees meer