Verlegging van heffing krijgt een nieuwe vermelding op je factuur

30/01/22 Wanneer aannemers een factuur maken voor “werken in onroerend staat” aan een bedrijf met een actief btw nummer, rekenen zij geen btw aan over hun diensten.  De mededeling “verlegging van heffing” die op deze factuur moet worden geplaatst wordt vanaf dit jaar uitgebreid.

Vaak wordt er nog gesproken over diensten onder “medecontractant” (=  verlegging van heffing) wanneer een aannemer werken in onroerende staat (= werken die onlosmakelijk aan een pand zijn verbonden) doet voor een ander bedrijf met een btw nummer. Door geen btw aan te rekenen tussen bedrijven wordt het btw verhaal in de sector van (onder)aanneming vereenvoudigd.  De afnemer van de diensten zal immers zelf in zijn eigen btw aangifte de verschuldigde btw voldoen en aftrekken, dus een plus en min in zijn eigen btw aangifte die, bij volledig btw aftrek, op nul eindigt.

Tot en met eind december 2022 hoefde de aannemer die deze werken factureerde enkel “btw verlegd” op zijn factuur te vermelden.  Door wijzigende wetgeving verandert deze melding vanaf dit jaar naar “Verlegging van heffing. Bij gebrek aan schriftelijke betwisting binnen een termijn van één maand na ontvangst van de factuur, wordt de afnemer geacht te erkennen dat hij een belastingplichtige is gehouden tot de indiening van periodieke aangiften. Als die voorwaarde niet vervuld is, is de afnemer ten aanzien van die voorwaarde aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde belasting, interesten en geldboeten

Deze wijziging werd ingevoerd om te vermijden dat een klant ten onrechte van de verlegging van heffing zou genieten.  Klanten met een btw nummer, maar die geen btw aangiften indienen (bv. kleine ondernemingen met een aangiftevrijstelling, btw eenheden,…) aanvaarden immers frequent maar al te graag zo’n factuur (zonder de voor hun niet aftrekbare btw) zonder aan de aannemer te melden dat deze vrijstelling eigenlijk niet op hun van toepassing was.   Bij controle van hun btw nummer in het Vies-Systeem staan zij immers meestal genoteerd als btw plichtig, zodat de aannemer er vanuit ging dat een factuur zonder btw correct was.

Met deze nieuwe verklaring wordt de aannemer, behoudens natuurlijk fraude, ontslagen wat betreft deze aansprakelijkheid, wanneer zijn klant de factuur zonder btw niet betwist.  De verantwoordelijkheid voor het naleven van deze wetgeving wordt immers bij de afnemer geplaatst.  De klant is dus verplicht te melden aan de aannemer dat ze geen btw aangiften indienen zodat er 21% btw moet worden aangerekend.

Hierbij brengen we tevens in herinnering dat sinds 1 januari 2022 het attest voor de toepassing van het verlaagd tarief van 6% voor werken in onroerende staat aan privéwoningen afgeschaft werd en vervangen is door een factuurvermelding (lees meer).

Meer tips & tricks ?

Lees meer

Als erkend accountantskantoor begeleidt Alteor de start van uw onderneming en zorgen we voor de verdere begeleiding bij de groei van uw activiteiten. 

Kwaliteit en professionaliteit krijgen een centrale plaats binnen onze dienstverlening. 

Op deze Actua pagina houden we je op de hoogte van fiscale topics, interessante weetjes, en nog veel meer.

Welkom bij Alteor !


Andere actua berichten

Dividenden aan 15%, de vvpr-bis toepassen of een liquidatiereserve aanleggen?

17/03/23 Over een dividend uit je vennootschap betaal je in principe 30% roerende voorheffing. Dit kan soms aan een lager tarief, waarbij we voor oudere vennootschappen vaak het systeem van de liquidatiereserve toepassen en bij jongere vennootschappen de vvpr-bis regeling. De verschillen in een notedop.

Lees meer

Langere controletermijn bij laattijdige btw aangiften

15/03/23 In principe kan je btw controleur 3 jaar teruggaan voor het nakijken van je btw aangifte.  Dien je een btw aangifte laattijdig in, dan wordt deze controle termijn, voor aangiften vanaf 2023, verlengd tot 4 jaar.

Lees meer

De winstpremie

10/03/22 Je kan je werknemers via een “winstpremie” een deel van de winst van de vennootschap toekennen als bonus. Door de relatief eenvoudige vormvoorwaarden is deze maatregel een waardig alternatief voor de “niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen”

Lees meer