Dividenden versneld uitkeren aan 15% roerende voorheffing
05/08/21 Onder bepaalde voorwaarden hoef je geen 30% toe te passen, maar kan je dividenden uitkeren aan 15% roerende voorheffing. In de VVPR-bis regeling is één van die voorwaarden dat je minstens 3 jaar moet wachten na het jaar van oprichting. Of toch niet?
Vennootschappen opgericht na 01 juli 2013 passen voor de dividenduitkering vaak de VVPR-bis regeling toe. Bij het naleven van de voorwaarden (lees meer) daalt hierdoor de in te houden roerende voorheffing immers van 30% naar 15%. Dit laagste tarief kan je wel pas toepassen vanaf de winstverdeling (lees afsluiting boekjaar) van het derde boekjaar volgend op dat van het jaar van de inbreng/oprichting.
Voorbeeld: werd uw vennootschap opgericht in 2018 en het einde van het eerste boekjaar vindt plaats op 31/12/2018, dan zal een dividenduitkering in 2021 (resultaatverdeling boekjaar 2020) onderhevig zijn aan een tarief van 20% roerende voorheffing. Een dividend uitkering in 2022 (resultaatverdeling boekjaar 2021) of later, aan het laagste tarief van 15% roerende voorheffing. Deze verlaagde tarieven zijn dan dadelijk van toepassing op alle winsten die vanaf opstart werden opgebouwd.
De fiscus aanvaardt dat deze lagere tarieven ook mogen worden toegepast bij een interim- of tussentijds dividend dat tijdens het laatste boekjaar van deze termijnen wordt uitgekeerd. Een interim-dividend (een “voorschot” beslist door de raad van bestuur) wordt aangerekend op het resultaat van het lopende boekjaar of het voorgaande boekjaar waarvan de jaarrekening nog niet is goedgekeurd. Een tussentijds dividend (beslist door de bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders) wordt in principe gehaald uit de opgebouwde winsten van vorige boekjaren. Dus als de aandeelhouders na de statutaire jaarvergadering beslissen om nog een extra dividend uit te keren, dan wordt dit dividend niet toegewezen aan de resultaatverdeling van het afgelopen boekjaar, maar toegewezen aan de resultaatverdeling van het lopende boekjaar, en kan er desgevallend reeds een lager tarief worden toegepast.
Als in ons eerste voorbeeld wordt beslist om in juli 2021 een tussentijds dividend te voorzien, kan hierop reeds het tarief van 15% roerende voorheffing worden toegepast. De toekenning van dividend wordt immers toegewezen aan de resultaatverdeling van 2021. Het is dus niet nodig te wachten tot de jaarvergadering van 2022 om van het lager tarief roerende voorheffing te kunnen genieten.
Opgelet, pas je het systeem van de liquidatiereserve toe (5 jaar wachten na het aanleggen van de winst) kan je bovenstaande techniek niet toepassen. Hier blijft het belangrijk dat de beslissing tot uitkering wordt genomen na het beëindigen van de volledige termijn van 5 jaar.
In herinnering: elke dividenduitkering moet wel de nieuwe solvabiliteits- en liquiditeitsregels volgen (lees meer).
Twijfel je wat te doen? Bespreek met je accountant wat mogelijk is in jouw dossier om te komen tot de meest optimale beslissing.
Meer tips & tricks?
Lees meer